Wij voelen ons, als bureau gespecialiseerd in ongewenste omgangsvormen waaronder uiteraard seksuele intimidatie, geroepen om net als vele anderen óók iets te zeggen over #metoo. ‘We beseffen dat onze bijdrage niet erg zichtbaar zal zijn binnen het massieve complex van meningen, emoties, aantijgingen en media-uitingen. Maar we menen dat we juist met een wat kleiner geluid wellicht toch iets zinnigs kunnen bijdragen.
Over de inhoud van alle verhalen zijn wij eigenlijk niet verbaasd. Wij behandelen al 15 jaar zaken die op de één of andere manier te maken hebben met vermeend seksueel wangedrag in de context van ongelijke machtsverhoudingen. Dat is ons dagelijks werk en werkelijk alles wat wij in de laatste weken voorbij hebben zien komen, hebben wij al vele malen eerder gezien. Wat ons wel verbaast is de plotselinge massaliteit, wel of niet aangejaagd door (sociale) media.
Die aandacht is ongetwijfeld tijdelijk. En al net zo ongetwijfeld zullen in de komende 15 jaar opnieuw mensen het slachtoffer worden van deze vorm van seksuele intimidatie, maar dan zonder alle aandacht die daar nu voor is. En zullen er evengoed mensen onterecht worden aangeklaagd, al leert de ervaring dat dit minder vaak gebeurt dan men zou denken.
Maar op dit moment is de chaos compleet en in die sfeer maakt men gemakkelijk fouten. Wij zien dat er in vele gevallen onzorgvuldig wordt gehandeld, kennelijk om maar iets te doen. Als zorgvuldigheid het verliest van ondoordachte dadendrang, raken mensen gemakkelijk ernstig beschadigd. Slachtoffers én (vermeende) daders. Soms helaas ook, in deze heksenketel, onbedoeld door hun eigen toedoen. Want dit soort zaken zijn véél te gevoelig om uit te vechten in de media. Bovendien kan deze media-aandacht er toe leiden dat slachtoffers die nog niet naar buiten hebben durven treden, hiermee de moed wordt ontnomen. En dat zou zeer spijtig zijn. Zij verdienen erkenning, opvang en hulp.
Momenteel buitelen juristen over elkaar heen met de stelling dat slachtoffers maar aangifte moeten doen. Dat is enerzijds niet zo onbegrijpelijk, omdat zij meemaken dat hun cliënten door alle media-aandacht niet bepaald een eerlijk proces krijgen. Anderzijds weten deze juristen best dat seksuele intimidatie, behoudens gevallen waarin sprake is van aanranding of verkrachting, niet thuishoort in het strafrecht. Seksuele intimidatie is een containerbegrip, waaronder allerlei min of meer ernstige handelingen worden verstaan. Om dat goed te begrijpen, is het van belang te onderkennen dat er in gevallen van seksuele intimidatie bijna altijd sprake is van een ongelijke machtsverhouding. De ene partij kan de andere, op welke manier dan ook en in meer of mindere mate, maken of breken. Vanuit die machtspositie doen mensen vreemde dingen, variërend van het vervelend bekijken van het lichaam van de ander, via bijvoorbeeld het vanuit de machtspositie de ander min of meer dwingen tot masturbatie of het kijken daarnaar, tot verkrachting. Alleen in het laatste geval kan zeker het strafrecht worden aangesproken, waarbij alsnog valt te vrezen dat de context van machtsongelijkheid waarbinnen het misdrijf heeft plaatsgevonden wordt genegeerd. In het geval van de ‘masturbatie onder druk’ valt met enige redeneerkunst wel de aanwezigheid van een strafbaar feit te onderbouwen, maar erg voor de hand ligt dat niet. In alle andere gevallen geeft het strafrecht eenvoudigweg geen thuis, terwijl het om zeer indrukwekkende en ingrijpende gebeurtenissen kan gaan. Vernederende dingen, die een mens nog heel lang kunnen bijbleven.
Er is dus sprake van een vacuüm. De strafrechtelijke weg biedt vaak geen soelaas, want kom maar eens aan bij de politie aan het met verhaal dat je op verzoek van een ander openlijk hebt gemasturbeerd omdat anders je carrière om zeep geholpen zou worden. Het valt politie en justitie niet te verwijten dat zij met zo’n verhaal weinig tot niets kunnen aanvangen, zolang de betrokkenen meerderjarig zijn. En het mag duidelijk zijn dat ook de media in deze kwesties geen oplossing kunnen bieden. Media doen aan openbaring en verslaglegging, niet aan zorgvuldige afhandeling. Zo hoort dat ook, maar daar zijn de slachtoffers nog niet mee geholpen. De vermeende daders ook niet.
Wat werkt?
In de eerste plaats: vertrouwenspersonen, bij wie slachtoffers én (vermeende) daders terecht kunnen voor opvang en ondersteuning, emotioneel en procedureel, in een heftige, zeer emotionele periode. In situaties waarin het misbruik omvangrijk lijkt te zijn valt ook het instellen van een meldpunt te overwegen. Hoe dan ook: door betrokkenen in alle vertrouwelijkheid en veiligheid een loket te bieden voor zorgvuldige opvang wordt voorkomen dat zaken, noodgedwongen, publiek worden gemaakt.
Het verwijt dat dit gemakkelijk kan leiden tot een doofpot, waardoor het gedrag van daders wordt toegedekt, is begrijpelijk. Hier zien, in de wereld van de sport, ook voorbeelden van bekend. Toch is die vrees ongegrond. Want natuurlijk is het van belang dat er iets met de meldingen wordt gedaan, en goed opgeleide vertrouwenspersonen zullen melders daar ook altijd toe motiveren. Maar dan wel zorgvuldig, zodat niet de hele wereld hoeft te weten wat men op seksueel gebied heeft meegemaakt dan wel -ongewild- zelf(s) heeft uitgevoerd.
In de tweede plaats: zorgvuldig onderzoek in opdracht van de organisatie waar slachtoffer en dader werkzaam zijn. Het gaat hier om een formeel, arbeidsrechtelijk onderzoek waarin de gegrondheid van de meldingen wordt beoordeeld door toepassing van hoor en wederhoor. Goede onderzoekscommissies negeren alle ‘ruis’ en proberen zorgvuldig te achterhalen wat er nu precies aan de hand is. Zij doen aan waarheidsvinding om recht te doen aan alle betrokkenen, zonder ons iets aan te trekken van al het gedoe en de publiciteit er omheen. Achter de schermen en onverstoorbaar. Sneller dan justitie het kan, en middels een procedure die voor slachtoffer en vermeende dader veel minder onprettig is.
Voor ons is er -helaas- niets nieuws onder de zon. Wij behandelen meldingen rond seksuele intimidatie al jaren zo. Daarvoor staat een team klaar, bestaande uit juristen, psychologen en andere deskundigen. Niet alleen in de laatste weken, maar altijd al.
Ons bureau is de laatste dagen platgebeld. Wij hebben daarop besloten vooral rust aan te bieden. Dat was geen grote opgave, want onze werkwijze stond al heel lang vast.Neem gerust contact op.
Freek Walther
Mede-eigenaar De Vertrouwenspersoon
Lid Klachtencommissie Ongewenst Gedrag decentrale overheid (VNG)